Den Haag, 25 februari 2019
Vrijspraak na schietpartij
Vrijspraak van poging tot moord. Dat besliste de Haagse rechtbank op 22 februari 2019. Het draaide om een schietpartij in Den Haag op 11 mei 2016. De officier van justitie eiste 6 jaar gevangenisstraf tegen de verdachte. Het OM was van mening dat er geen sprake was van poging tot moord maar wel poging tot doodslag. Er is meerdere keren is geschoten. De verdachte probeerde volgens de officier van justitie het slachtoffer te doden.
Pleidooi Willem Korteling gevolgd
De rechtbank volgde het pleidooi van strafrechtadvocaat Willem Korteling. Zijn client ontkent en het slachtoffer heeft zelf de verdachte uitgesloten als dader aan de hand van een foto. Bovendien waren de verklaringen van het slachtoffer tegenstrijdig. Mogelijk was hij beïnvloed door omstanders van de schietpartij, aldus Korteling. De strafpleiter vond dat er geen steunbewijs was. Er zijn geen forensische of technische sporen, geen belastende getuigenverklaringen en geen duidelijke afgeluisterde telefoongesprekken. Korteling noemde het een veeg teken dat de officier van justitie eerder had besloten om de verdachte kort na zijn aanhouding al vrij te laten.
Bronnen:
Omroep West II; en