Reeds jarenlang is Nederland in Europa een minderheid als het gaat om het recht van verdachten op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor bij de politie. Hierdoor kon je situaties krijgen zoals die waar de in strafrecht gespecialiseerde advocaat Job Knoester zich reeds op 20 mei 2006 (Volkskrant: ‘Politie zet cliënt tegen advocaat op’) al mee geconfronteerd zag. Zijn cliënt, die verdacht werd van doodslag, werd op ontoelaatbare wijze door de recherche onder druk gezet. Strafpleiter Knoester heeft om die reden in die zaak zijn cliënt toen al geadviseerd geen antwoord te geven op vragen van de politie, tenzij hij bij de verhoren aanwezig mocht zijn. Uiteindelijk gebeurde dit laatste ook onder die druk.
Van Europa moet het recht op bijstand van een advocaat tijdens verhoren door de politie eind 2016 in de Nederlandse wet verankerd zijn. De meeste landen om ons heen hebben niet gewacht tot het laatste moment. Aangezien Nederland dat wel deed heeft de Hoge Raad uiteindelijk eind 2015 bepaald dat het zo niet langer kan. Per 1 maart 2016 moet de Nederlandse overheid haar zaakjes op orde hebben en ervoor zorgen dat het recht op een eerlijk proces ook in Nederland is gewaarborgd door een advocaat toegang tot politieverhoren te verlenen. Praktisch gezien zijn er sinds de uitspraak van de Hoge Raad voorbereidingen getroffen om dit te realiseren. Kennelijk kan de overheid wel in actie komen als ze wordt gedwongen.
Een en ander betekent ook dat per 1 maart 2016 de overheid ervoor dient te zorgen dat verdachten die tijdens hun verhoor door de politie willen worden bijgestaan door een advocaat niet zelf de kosten daarvoor dienen te dragen. De vergoeding die de overheid advocaten voor deze rechtsbijstand wil verstrekken is echter zo laag dat geen advocaat dit op verantwoorde wijze kan organiseren. Een veelgehoord geluid binnen de advocatuur is op dit moment dat advocaten hun cliënten zullen adviseren bij de politie te zwijgen zolang niet voor een deugdelijke vergoeding wordt zorggedragen. De hoogte van de vergoeding is dusdanig dat het genoemde recht van verdachten niet door de overheid afdoende wordt gefaciliteerd. Dit mag wel van een maatschappij worden verwacht die claimt humaan en een rechtsstaat te zijn.
Als inderdaad veel verdachten geen verklaringen bij de politie zullen afleggen zullen veel strafrechtelijke onderzoeken vertraging oplopen. Dat is schadelijk voor de samenleving. Personen die stellen slachtoffer te zijn van misdrijven hebben recht op een voortvarende behandeling. Ook verdachten hebben hier recht op. Voor hen geldt echter dat het resultaat op de langere termijn in veel gevallen belangrijker is dan dat op kortere termijn. Om die reden is het redelijk te veronderstellen dat veel verdachten, al dan niet in overleg met een advocaat er voor zullen kiezen pas bij de (onderzoeks)rechter een verklaring af te leggen. De samenleving en ook de bestraffing van daadwerkelijke daders zou ermee gediend zijn indien de politiek accepteert dat advocaten een deugdelijke vergoeding moeten krijgen voor werkzaamheden die het recht op een eerlijk proces waarborgen. Overigens zal vertraging van strafrechterlijke onderzoeken door meer zwijgende verdachten ook tot hoge extra kosten leiden. Als dat gebeurt schiet de overheid zich met haar huidige zuinige houding lelijk in haar eigen voet.