Blog van Wendy Alberts
Mr-online meldde op 23 mei 2016 dat politiechef Stoffel Heijsman in het AD de aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor in verband lijkt te brengen met het lage oplossingspercentage van onder meer woninginbraken. In het artikel van het AD wordt beschreven dat woninginbraken en straatroven nog te vaak niet worden opgelost en daders hun straf ontlopen.
Zo wordt bijvoorbeeld slechts 9,4% van de woninginbraken opgelost. En hoewel een van de conclusies uit rapport “Handelen naar Waarheid: Sterke- en zwakteanalyse van de opsporing” is dat in de politieteams te vaak aan elementaire recherchevaardigheden zoals verbaliseren, verhoortechniek en kennis van wetten en bevoegdheden ontbreken, lijkt Heijsman zijn hand niet voldoende in eigen boezem te steken. Hij lijkt , externaliserend, de oorzaak van lage oplospercentages van misdrijven onder meer te leggen bij de veronderstelling dat “daders” tegenwoordig minder snel bekennen. Hij voegt daaraan toe dat bij het politieverhoor sinds kort een advocaat zit waardoor verhoren minder effectief zijn. “Als een verdachte zich op zijn zwijgrecht beroept, komt er zeker geen bekentenis. De politie moet het in die gevallen hebben van technisch bewijs, zoals dna of andere sporen”, aldus Heijsman. Heijmans impliceert daarmee dat het toelaten van advocaten bij het politieverhoor, leidt tot minder opgeloste zaken.
Advocaat Bert Fibbe diende de politiebaas op 25 mei 2016 reeds van repliek in het Parool door er fijntjes op te wijzen dat de ‘’oplossingspercentages’’ van de politie voordat advocaten verhoren van verdachten mochten bijwonen nu ook de samenleving bepaald niet in vervoering brachten.
Het is even schrikken, dit soort schrikbarende uitspraken vanuit het hoogste segment van de politie. Dat is niet alleen het geval omdat de politiechef spreekt van daders die minder snel bekennen, terwijl het nu toch wel gemeengoed zou moeten zijn dat we tijdens het opsporingsonderzoek spreken over verdachten.
De gedachte dat een ieder onschuldig is tot het tegendeel bewezen is en het recht van de verdachte om zichzelf niet te hoeven belasten behoort tot de grondbeginselen van een eerlijk proces. Het is de taak van de overheid om te bewijzen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De verdachte hoeft daaraan niet mee te werken. Dit ter voorkoming van middeleeuwse praktijken waarin verdachten goed- dan wel kwaadschiks werden gedwongen tot het doen van een bekentenis met gerechtelijke dwalingen tot gevolg. De onschuldpresumptie die juist in het opsporingsonderzoek voorop zou moeten staan gezien de beperkte mogelijkheden van de verdachte zich in deze fase van het proces tegen de overheid te kunnen verweren, komt dan ook in het geding wanneer de politie in de opsporingsfase ervan uitgaat met de “dader” van doen te hebben in plaats van met een verdachte.
Tevens trekt Heijsman de opmerkelijke conclusie dat verhoren minder effectief zijn door de aanwezigheid van een advocaat bij het verhoor. Hierbij doelt hij kennelijk op de veronderstelling dat de verdachte zich vaker op zijn zwijgrecht zou beroepen wanneer een advocaat aanwezig is bij het verhoor dan wanneer dit niet het geval is.
Júist de aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor, zou het verhoor effectiever kunnen maken indien ook de politie meebeweegt met de eisen die Europa stelt aan verdachtenverhoren. Nog los van het feit dat de aanwezigheid van de advocaat bij het verhoor door het EHRM veel ruimer wordt uitgelegd dan door de wetgever per 1 maart 2016 aan de verdachten is toegekend, heeft de verdachte bijvoorbeeld ook op grond van art. 30 en 31 Sv. (eveneens een uitvloeisel van Europese jurisprudentie) vanaf het eerste verhoor na aanhouding recht op kennisneming van de processtukken. In de praktijk worden deze stukken echter niet of nauwelijks tijdig verstrekt aan de verdediging, ondanks het verzoek daartoe. Doordat deze stukken niet worden verstrekt door politie en justitie, tast de verdediging in de eerste fase van het strafproces vaak in het duister op grond van welke informatie de verdachte als verdachte is aangemerkt, en zal de advocaat vanwege het ontbreken daarvan zijn of haar cliënt regelmatig adviseren zich voorlopig op zijn of haar zwijgrecht te beroepen om te stukken af te wachten. Vaak wordt later in het proces, na het zien van de stukken, alsnog een verklaring afgelegd door de verdachte. De gedachte van Heijsman dat “eens zwijgen, altijd zwijgen” betekent, is dan ook niet correct.
De waarde die door Heijsman aan een bekennende verklaring wordt gehecht is misschien nog wel het meest verontrustend. Hij stelt dat de politie het bij het ontbreken van een bekentenis moet hebben van technisch bewijs. Ook met een bekennende verklaring van de verdachte moet er immers voldoende overig bewijsmateriaal zijn om tot een veroordeling te komen. Wanneer een strafzaak enkel en alleen is opgetuigd rondom de verklaring van de verdachte, zou dit ook moeten leiden tot het verrichten van meer onderzoek. Uit geruchtmakende gerechtelijke dwalingen zoals de Schiedammer parkmoord en de Puttense Moordzaak is immers gebleken dat ook onschuldige verdachten ten onrechte een bekentenis kunnen afleggen.
De insteek van het verhoor van de verdachte door de politie zou dan ook moeten zijn het confronteren van de verdachte met de onderzoeksresultaten van het opsporingsonderzoek ten behoeve van de waarheidsvinding en niet “het laten bekennen” van de verdachte. Als dan ook nog in de beginfase van het opsporingsonderzoek een min of meer open houding zou worden aangenomen jegens de verdachte door hem inzicht te verschaffen in de informatie die de politie op dat moment heeft, zal het effect zijn dat advocaten in deze fase van het proces hun cliënt vaker zullen adviseren een verklaring af te leggen in plaats van het zich voorlopig beroepen op het zwijgrecht, hetgeen ook bevorderlijk is voor de effectiviteit van het verdere opsporingsonderzoek. Indien dan door Heijmans dezelfde redenering wordt gevolgd zou hij niet anders kunnen concluderen dan dat het oplossingspercentage van misdrijven wordt verhoogd door aanwezigheid de advocaat bij het politieverhoor”. Ik vermoed echter dat dit niet het geval zal zijn….