Den Haag, 19 april 2021
Malek F. betuigt spijt en vraagt behandeling
Het Openbaar Ministerie vroeg op 16 april 2021 het Haagse gerechtshof 12 jaar cel en TBS met dwangverpleging op te leggen aan Malek F. De verdachte stak op 5 mei 2018 vlakbij het Hollands Spoor in Den Haag drie willekeurige voorbijgangers neer. Malek betuigde spijt voor zijn daden. Hij vroeg de rechter om behandeling waarna hij hoopt weer normaal in de samenleving terug te keren.
OM vraagt vrijspraak terrorisme
Opvallend was dat de aanklagers in hoger beroep vrijspraak vroegen van terroristische motieven. Bij de rechtbank dacht het Openbaar Ministerie hier nog anders over. Op dit punt zat de verdediging op een lijn met justitie.
Geen voorbedachte rade
Strafrechtadvocaten Yvonne van der Hut en Job Knoester voerden drie uur het woord ter verdediging van Malek. Van der Hut vroeg het hof ook om vrij te spreken van voorbedachte rade. Volgens de raadsvrouw was er driemaal sprake van poging tot doodslag en niet poging tot moord. Malek had volgens haar geen plan om de slachtoffers te steken. Hij handelde vanuit een opwelling als gevolg van een psychose.
Volledig ontoerekeningsvatbaar
Strafpleiter Knoester kwam tot de conclusie dat Malek zijn daden niet valt aan te rekenen. Zijn client handelde volledig onder invloed van religieuze wanen, voortvloeiend uit een ernstige psychose. Om die reden kan hem volgens de verdediging geen straf worden opgelegd maar is ontslag van alle rechtsvervolging op zijn plaats. Volgens een psychiater en psycholoog lijdt Malek aan schizofenie.
Geen TBS
Knoester vroeg zijn client geen gevangenisstraf en geen TBS op te leggen. Malek is staatloos en zal bij TBS-oplegging tot ongewenst vreemdeling worden verklaard. Daardoor is verlof niet mogelijk. Verlof is niet een pleziertje voor TBS-gestelden maar een noodzakelijk onderdeel van de TBS-behandeling. De TBS-expert wees erop dat de wetgever de rechtspraak op dit punt al ruim twintig jaar met een onmogelijk probleem opzadelt.
Uitspraak 11 mei 2021
Het gerechtshof doet op 11 mei 2021 uitspraak.
Bronnen: